Denemarken landen deco
Denemarken speelde zijn allereerste officiële interland op de Olympische Zomerspelen 1908 in Londen. In de eerste ronde speelden de Denen tegen het B-elftal van Frankrijk en wonnen met 9-0. Omdat dit het B-elftal was, wordt deze wedstrijd niet gezien als een officiële interland. In de tweede ronde (de halve finale) was het A-elftal van Frankrijk de tegenstander en deze wedstrijd geldt als de eerste officiële interland voor Denemarken. De Fransen werden met 17-1 weggespeeld. Tien van de zeventien Deense doelpunten kwamen op naam van aanvaller Sophus Nielsen. Tot op heden is dit de grootste Deense overwinning én de grootste Franse nederlaag ooit. De Denen verloren de finale met 0-2 van het thuisland Groot-Brittannië en wonnen de zilveren medaille.
De vlag van Denemarken is rood met een wit Scandinavisch Kruis. Zij wordt ook Dannebrog genoemd, Deens voor Deense banier of Deens doek. De Deense vlag is de oudste nationale vlag ter wereld die nog steeds in gebruik is: de oudste onbetwistbare bron stamt uit de 14e eeuw. Het ontwerp van de Dannebrog is overgenomen door de andere Noordse landen: Zweden, Noorwegen, Finland en IJsland. Tijdens de unie met Noorwegen (1536-1814) was de Deense vlag ook de vlag van Noorwegen en bleef dat met toevoeging van de leeuw uit het Noorse wapen tot 1821, toen dat land zijn huidige vlag aannam.